Kat drinkt veel gedurende de dag
Katten drinken soms van de meest merkwaardige bronnen: van het laagje regen op de tuinstoelen, direct uit de kraan, of van de douchedeur als je er net onder vandaan stapt. Wist je dat katten eigenlijk weinig water nodig hebben om te overleven? Zeker als ze natvoer eten, dan komt het weleens voor dat ze op een dag amper drinken. Een kat drinkt veel als er mogelijk iets aan de hand is.
Hoeveel hoort een kat te drinken?
Gemiddeld drinkt een kat zo’n 40-60 milliliter water per dag (24 uur) en per elke kilo lichaamsgewicht. Natvoer telt trouwens ook deels voor water drinken, omdat je kat hiermee een hoop vocht binnenkrijgt. Hoeveel jouw kat op een dag drinkt, is lastig in kaart te brengen. Zeker als hij ook nog eens hele dagen buiten loopt en van al die ‘natuurlijk bronnen’ drinkt. Maar toch, als je je kat vaker ziet drinken dan vroeger en de kattenbak natter lijkt te zijn, dan zijn dit indicaties dat er misschien iets speelt. Wil je een duidelijkere inschatting maken? Observeer dan het drinkgedrag van je kat. Dit kan het makkelijkste in het geval van een binnenkat. Geef je kat een afgemeten hoeveelheid water met de maatbeker en meet aan het einde van de dag hoeveel water er nog over is. Het getal onderaan de streep laat zien of je kat meer of minder drinkt dat de gemiddelde 40-60 milliliter per kilo. Denk jij: mijn kat drinkt veel? Neem in dat geval altijd direct contact op met de dierenarts.
Kat drinkt veel: oorzaken
Als je kat veel drinkt, dan kunnen er verschillende oorzaken zijn. Te denken valt aan:
- Nierziekte. De nieren hebben als functie om de urine te concentreren. Als er nierproblemen spelen bij jouw kat, dan zijn ze hiertoe niet in staat. Het gevolg is dat de urine wateriger wordt. En net als voor mensen geldt: als je kat meer vocht verliest, gaat hij automatisch meer drinken. Anders droogt hij uit.
- Suikerziekte. Doordat de bloedsuiker te hoog is, komt de suiker in de urine terecht. Je kat plast dit uit en gaat als gevolg ook meer drinken.
- Blaasontsteking. Er kan sprake zijn van een urineweginfectie waardoor je kat vaker moet plassen. Hiermee gaat gepaard dat hij ook meer drinkt.
- Leverprobleem. Hierdoor gaan katten meer plassen én meer drinken.
- Baarmoederontsteking. Je poes drinkt vaak en veel, plast ook vaak en veel, heeft een opgezwollen buik en kan een vreemde afscheiding uit de vagina hebben.
- Schildklierprobleem. Vooral bij senioren en bejaarde katten werkt de schildklier nog weleens te hard. Het gevolg kan zijn dat je kat meer gaat drinken.
Het kan zo zijn dat er een combinatie van factoren is die ervoor zorgt dat je kat veel drinkt. Wat de werkelijke oorzaak is, kan het beste achterhaald worden door de dierenarts. Waarschijnlijk wil hij een urineonderzoek uitvoeren om de diagnose te stellen. Zo kan er gekeken worden of de urine in orde is, of dat er afwijkingen, bacteriën of bloed aanwezig zijn. Ook wordt er gekeken naar het eiwitgehalte in de urine; als dit hoger is dan gewoonlijk, dan kan er sprake zijn van suikerziekte. Naast het urineonderzoek kan de dierenarts ervoor kiezen om een bloedonderzoek uit te voeren, zodat zaken zoals bloedcellen, de schildklier, nieren en lever beoordeeld kunnen worden. In sommige gevallen is er ook een röntgenfoto of echografie nodig.
Urine opvangen voor onderzoek
Je kat drinkt veel en dat is aanleiding voor een urineonderzoek. De dierenarts verzoekt je dan om urine van je kat mee te nemen. Deze urine moet je thuis opvangen. Hoe je dat het beste kunt doen, lees je in onze tips.
Tips urine opvangen
