Blog

Wist je kat.. zomer 2018

Zomerweetjes

Reizen met je kat

  1. Wanneer je kunt kiezen tussen je kat meenemen op reis of hem thuislaten, dan kun je beter voor het laatste gaan. Je kat vindt het thuis veel fijner, ook al ben jij er zelf even niet. Hij is gehecht aan zijn omgeving en het kan veel stress opleveren als je hem hier tijdelijk weghaalt.

  2. Als je je kat meeneemt naar het buitenland, dan zijn er verschillende verplichtingen. Een chip is vereist, net als de rabiësinenting. Soms zijn er aanvullende inentingen of andere eisen, zoals bloedonderzoek of ontworming, noodzakelijk. In het Europese paspoort wordt genoteerd dat je kat de inenting of behandeling heeft gekregen. Dat heb je nodig om naar het buitenland te kunnen reizen. Ga je naar een plek buiten de Europese Unie? Neem dan ruim een half jaar van tevoren contact op met de dierenarts. Bekijk invoereisen per land

  3. Laat je kat op jonge leeftijd al wennen aan zijn reismandje, autorijden, andere vervoersmiddelen en vakantieadressen. Het karakter van je kat zal de doorslag geven of hij mee op reis kan. Vergeet niet een maand van tevoren een gezondheidscheck bij de dierenarts te laten doen voordat je op reis gaat binnen de Europese Unie. Voor verdere reizen kun je het beste zes maanden van tevoren, liever nog eerder, naar de dierenarts gaan.

  4. Zorg voor veilig vervoer van de kat. Ga je met de auto? Laat hem bij zonnig of warm weer niet alleen in de auto achter. Binnen enkele minuten wordt de auto zo heet als een oven. Neem altijd water mee zodat je kat onderweg niet uitdroogt.

  5. Met toestemming van de vliegtuigmaatschappij kun je met je kat vliegen. Bij sommige maatschappijen mag je de kat in een reismandje bij je houden op vluchten binnen Europa. In andere gevallen wordt je kat in zijn mandje in het vrachtruim geplaatst. Neem contact op met de vliegtuigmaatschappij waar jij mee vliegt voor meer informatie over de voorwaarden.

  6. Ben je met je kat aangekomen op de vakantiebestemming? Geef hem dan voldoende tijd om te wennen aan zijn nieuwe omgeving en blijf bij hem. Zijn eigen mandje, voerbakje, kattenbak en speeltjes helpen je kat om zich sneller op zijn gemak te voelen. Die geurtjes herkent hij namelijk.

  7. Wil je de kat naar buiten laten in een nieuwe omgeving? Dit kun je in principe beter niet doen, tenzij je hem in een afgeschermde omgeving kunt loslaten. Overweeg om een tuigje te gebruiken zodat hij niet weg kan lopen. Blijf wel bij je kat als je hem op deze manier naar buiten doet.


Kattenpension en kattenoppas

  1. Als je ervoor kiest om je kat naar een kattenpension te brengen, ga dan eerst een keer kijken waar hij terechtkomt. Vraag ter plaatse om het DIBEVO-bewijs, zodat je zeker weet dat er sprake is van vakbekwaamheid. Het is doorgaans nodig om op tijd bij het kattenpension te reserveren omdat er anders geen plek meer is.

  2. In een kattenpension zijn de inentingen voor katten- en niesziekte verplicht. Deze entingen moet uiterlijk twee weken voor het verblijf gegeven worden. Sommige kattenpensions kunnen hiervan afwijken en strengere regels hanteren. Vraag tijdig na welke eisen het kattenpension stelt. Ook wordt er doorgaans om het entingsboekje gevraagd, dat bij de kat blijft tijdens zijn verblijf.

  3. Een kattenoppas kan natuurlijk ook. Als je je kat bij de kattenoppas brengt, neem dan zijn eigen verzorgingsspullen mee. Denk aan voer, voerbakje, mandje, kattenbak en speeltjes. Zo voelt je kat zich sneller op zijn gemak.

  4. Regel je een kattenoppas in huis? Laat dan duidelijke instructies achter. Bijvoorbeeld hoe laat en hoeveel voer je kat krijgt, hoelang hij doorgaans naar buiten gaat, hoe vaak zijn water moet worden ververst en dat zijn bak moet worden verschoond. Vergeet niet het telefoonnummer van de dierenarts en van jezelf achter te laten. En heel belangrijk: spreek met je kattenoppas af tot welk bedrag hij zelf mag besluiten dat je kat een behandeling moet krijgen, mocht er zich een noodgeval voordoen.

Tijdens warme dagen

  1. Katten kunnen over het algemeen goed tegen warmte. Ze houden er zelfs van! Tijdens echt hete dagen kun je hem helpen door niet met hem te spelen en hem rust te gunnen. Vermijd autoritten ook tijdens dit soort dagen en geef hem toegang tot de koelste plekken in huis. Sommige katten vinden het leuk om met ijsblokjes in hun water te spelen of zoeken graag de verkoeling op van een ventilator.

  2. Bij hitte kan een kat uitdrogen. Het is daarom belangrijk dat hij goed drinkt. Je kunt hem hierbij helpen door op verschillende plekken in en rondom het huis vers water aan te bieden in een kom die hij prettig vindt.

  3. Katten kunnen verbranden. Zeker witte katten of katten met een witte neus, witte oren en een wit hoofd. Aangezien je kat zijn eigen gang gaat, kun je niet zeker weten dat hij in de schaduw blijft. Bij een hele felle zon kun je je kat het beste binnenhouden of de neus, oren en het hoofd insmeren met een zonnebrandcrème speciaal voor katten. Daarmee voorkom je huidtumoren, zoals mensen die ook kunnen krijgen.

  4. Katten luieren graag in de zon. Het risico is wel dat ze een zonnesteek kunnen oplopen. Dit uit zich onder andere in hijgen, onrustig lopen, een hogere hartslag en donkerrood tandvlees. Je kunt een zonnesteek tegengaan door de vacht met je handen of een doek nat te maken en de pootjes af te laten koelen in een bak met koud water. Leg ook een koud kompres op de plek waar hij graag slaapt. De meeste katten gaan weg uit de zon als ze het te heet krijgen. Herken je toch oververhitting bij je kat? Bel dan de dierenarts, want dit kan dodelijk zijn.

  5. Behandel je kat ook in de zomer tegen parasieten. Vlooien, slakken, teken, zandvliegen en muggen kunnen andere ziektes overbrengen; in binnen- én buitenland. Slakken kunnen bijvoorbeeld longworm overdragen en muggen kunnen hartworm doorgeven. Zorg dat je kat regelmatig wordt ontwormd en ontvlooid. Ongeacht of je op reis gaat of thuisblijft. Vraag de dierenarts om advies, specifiek voor jouw kat.