Interview met Brigitte Pijnenburg, eigenaresse van de twee voormalige zwerfkaters Prins en Q
1. Waar komt je liefde voor katten vandaan?
Dit is al heel vroeg begonnen. Ik weet niet beter dan dat ik vanaf jongs af aan al een poes wilde en ook mijn ouders weten niet beter dan dat dit mijn wens was. Voor Sinterklaas vroeg ik ook áltijd om een witte, pluizige, langharige poes. Hoe dat idee zo is gekomen, is een raadsel. Alleen mijn buurvrouw had op dat moment een kat, maar ik daar had ik toen geen aandacht voor. Nadat ik mijn ouderlijk huis uit ging, om te gaan samenwonen met mijn partner, kreeg ik voor het eerst de kans om echt op een kat te passen. We kregen de Engelse korthaar kater-kitten (X, en ja die heet echt X) van mijn vader als logee. Toen was het hek van de dam. Een maand later kwam via-via kitten Prins in huis, gevonden struinend door de straten van Eindhoven. Nu 6 jaar geleden.
“Voor Sinterklaas vroeg ik ook áltijd om een witte, pluizige, langharige poes.”
2. Hoe lang heb je al katten als huisdier, hoeveel katten heb je nu en hoe heten ze allemaal?
Prins (zwart-witte kater) woont sinds zes jaar bij ons. We schatten dat hij een week of 10 was toen hij ons huis had gevonden. Eén jaar later volgde Q (oranje kater). Q was een kleine zwerfkitten die werd gevonden in een houthok van de buurman van mijn vader. In eerste instantie heeft Q bij mijn vader gewoond. Kort daarvoor was de kat van mijn vader (X) namelijk weggelopen, dus mijn vader nam kitten Q met plezier in huis. Echter, toen na een tijdje de weggelopen kat X het huis van mijn vader weer terugvond, was deze niet gecharmeerd van de nieuwkomer. We hebben Q toen tijdelijk in huis genomen en hij is nooit meer weggegaan.
3. Wist je waar je aan begon toen je jouw kat nam?
Ja en nee. Ik had twee weken op de kitten van mijn vader mogen passen. In deze periode heb ik ervaren hoe leuk en gezellig dit is. Zeker omdat ik, als ik thuis ben, veel alleen thuis zit. Ik merkte hoe fijn het is om thuis te komen en dan meteen iemand te hebben die zo blij is om je te zien. Wat ik niet heb voorzien is de zorgen die je kunt hebben om je katjes. Af en toe moeten we plots naar de dierenarts en dat vind ik altijd erg spannend! Je geeft zo ontzettend veel om ze!
4. Wat maakt jouw kat(ten) uniek?
Prins is een typische kat. Doet zijn ding, komt bij je zitten als het hém uitkomt en weet je te vinden wanneer hij iets nodig heeft. Ook is hij erg afwachtend, zo geeft hij Q overal voorrang in. Hij zet zichzelf op de tweede plaats.
Q is net klittenband. Waar we ook gaan of staan in huis, Q is erbij. Gegarandeerd. Hij is een mega knuffeldier als hij je kent en weet niet van ophouden. Wanneer hij in de ochtend hoort dat we wakker zijn, stopt hij niet met miauwen tot hij wat aandacht krijgt. Ook heeft hij (helaas) voernijd. Hij moet en zal eten. Altijd. Overal. Mogelijk heeft dit te maken met de honger die hij heeft gehad tijdens zijn zwerfdagen. Desondanks staat hij op een normaal dieet en krijgt hij de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voeding. Niet de hoeveelheid waar hij om vraagt, haha.
“Q is net klittenband. Waar we ook gaan of staan in huis, Q is erbij.”
5. Wat is het grappigste/ondeugendste dat je hebt meegemaakt met jouw kat(ten)?
Wat het gevaarlijke aan katten is, zij hebben tijd. Heel veel tijd. Zo kunnen ze naar eigen wens projecten maken van wat zij graag willen hebben. Zo werd ik een keer wakker van een verdacht geluid uit hun slaapkamer. Wat bleek: Q had zijn 10kg zak voer gevonden en was druk bezig deze open te krijgen.
6. Heb je ooit iets vervelends (als ziekte of weglopen) meegemaakt met je katten?
Met Q zijn we helaas al 2x met spoed naar de dierenarts geweest. Hij kon niet meer plassen. Hij miauwde erg veel en ging elke 2 minuten, zonder resultaat naar de kattenbak. We hebben toen van de arts veel tips gekregen: waterfontein en meerdere drinkbakken. Zo zou hij meer drinken en meer urine produceren. Ook zijn we gestart met speciale voeding die hij nog steeds krijgt. Alles met succes gelukkig. Prins mist door onbekende omstandigheden zijn hoektand. Heel bijzonder. We hebben samen met de arts geen oorzaak kunnen vinden. We hebben gedacht om een gouden hoektand te plaatsen, maar hier wilde de dierenarts niet aan (grapje).
7. Heb je je kat wel eens medicatie moeten toedienen in een pil of vloeistof? Hoe ging dat?
Toen Q plasproblemen had, heeft hij verschillende kuren gehad. De eerste paar pillen daar trapte hij wel in. Maar verderop in de kuur moest hij echt een beetje in de houdgreep worden genomen, vervolgens mijn vinger tussen zijn kaken en dat tabletje zo ver mogelijk dat bekkie in. De pijnstillers daarentegen (orale suspensie), was een makkie. Daar was hij dol op!
8. Ga je naar de dierenarts voor een jaarlijkse check-up van je kat? Waarom wel of niet?
Dat doen we niet. Prins en Q zijn 5 jaar lang binnenkatten geweest en sinds wij zijn verhuisd komen ze met veel plezier ook in de tuin. Momenteel zie ik niet de directe meerwaarde van een jaarlijkse check-up. Zelf ben ik zeer bekend in de (menselijke) gezondheidszorg en monitor in hen thuis elke dag.
